Het tekort aan studentenwoningen zal de komende acht jaar langzaam afnemen.
Dat verwacht Kences, het kenniscentrum voor studentenhuisvesting.
Concrete nieuwbouwplannen gaan de krapte op de markt voor studentenhuisvesting verlichten, meldt Kences in de Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2024. In eerdere prognoses is voor 2030 gerekend op een tekort van 57.000 wooneenheden, maar als nieuwbouwplannen doorgaan komt in 2032 het tekort rond 42.000 woningen uit, geeft Kences aan.
Kences ging bij de twintig grootste studiesteden na welke concrete bouwplannen er liggen voor structurele studentenhuisvesting. In Utrecht zijn de ‘harde’ bouwplannen het meest omvangrijk, daar zouden er komende acht jaar 2.500 woonplekken voor studenten moeten bijkomen. Ook in Amsterdam zijn er relatief veel harde bouwplannen. Die stad mikt op 2.200 nieuwe wooneenheden. Den Haag gaat uit van 1.600 woonplekken voor studenten. Daarnaast zijn er nog dertien gemeenten rond de grootste studiesteden die samen naar verwachting 2.400 wooneenheden kunnen leveren.
Het kenniscentrum benadrukt dat nieuwbouw het tekort aan studentenhuisvesting deels kan oplossen, maar niet helemaal. Ook vergunningsvrij woningdelen en hospitaverhuur zijn nodig. Daarnaast zegt Kences dat de vraag naar huisvesting door mbo-studenten nog niet is meegenomen in de monitor. De huisvestingsvraag kan dus hoger uitpakken.
In de twintig grootste studiesteden was vorig collegejaar ’23-’24 het totale tekort aan studentenwoningen ongeveer 23.100. De krapte is uiteraard het grootst in typische studentensteden als Amsterdam, Delft, Eindhoven, Leiden en Utrecht. In Tilburg, Arnhem, Den Haag. Enschede en Leeuwarden is de druk lager.
Meer uitwonende studenten
Het aantal uitwonende studenten neemt licht toe. Van alle hbo- en wo-studenten is 46% uitwonend, tegen 44% een jaar eerder. Volgens Kences heeft dat te maken met de herinvoering van de basisbeurs. Uitwonende studenten geven aan dat ze gemiddeld 4,8 maanden op zoek zijn naar woonruimte.
Geen huurtoeslag studentenwoningen
De Landelijke Studentenvakbond (LSVb) heeft de overheid opgeroepen de huurtoeslag ook voor onzelfstandige woonruimtes te laten gelden, zoals studentenkamers. Op die manier zouden studenten die woonfaciliteiten delen met anderen ook in aanmerking komen voor toeslagen. Volgens de bond zou dat het makkelijker maken voor studenten om huisvesting te vinden. Nu geldt de huurtoeslag alleen voor zelfstandige woonruimtes.
Minister Mona Keijzer (Volkshuisvesting) ziet een uitbreiding van de huurtoeslag niet zitten, zei ze tegen het ANP. Ze wil juist minder afhankelijkheid van toeslagen en bovendien kost zo’n uitbreiding volgens Keijzer miljarden.
Het vorige kabinet heeft zich toegelegd op een “gelijker speelveld” voor de bouw van zowel kamers in gedeelde huizen als zelfstandige studio’s. Hoe minister Keijzer dat wil bereiken, kan ze nog niet zeggen. “Dit is echt een gesprek dat je ook met gemeenten moet voeren.” Zorg dat je aansluit bij de diverse wensen van studenten, is Keijzers boodschap aan gemeenten. “Sommigen willen een studio, sommigen willen met zijn allen op een gang in een studentenflat.”
Zelf zet Keijzer ook in op hospita’s. Onlangs lanceerde de minister een campagne om mensen te stimuleren een student in huis te nemen. Keijzer denkt ook dat er studenten zijn die liever bij een hospita wonen dan met andere studenten, zegt ze. “Maar omdat er te weinig hospita’s zijn, wordt die match niet gemaakt.”
Platform studentenhuisvesting
Op 24 september gaat het het landelijke inschrijfplatform ROOM voor studentenkamers van start. Jongeren kunnen zich daar al vanaf 16 jaar inschrijven. ROOM maakt het studenten makkelijker om voorafgaand aan een keuze voor hun studiestad inschrijfduur op te bouwen en om tijdens de studie te verhuizen. Op het platform zelf worden geen kamers aangeboden. Daarvoor moet de woningzoekende student naar de verschillende aanbodplatforms van instanties die studenten huisvesten.
Bron: Kences
Foto: