Vinex-wijken sluiten niet meer aan op woonbehoeftes van deze tijd

Vinex-wijken zijn te veel gericht op gezinnen met een hoog inkomen.

Daardoor is er voor starters te weinig plek. Ook ouderen die kleiner willen wonen, kunnen er nauwelijks terecht. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) op basis van onderzoek.

De Vinex-wijken zijn grofweg tussen 1995 en 2005 gebouwd en hebben een specifieke bouwstijl. Ze waren nodig om de bevolkingsgroei bij te benen en zijn vooral gericht op de stedelijke middenklasse. Voorbeelden zijn Leidsche Rijn in Utrecht, Nesselande in Rotterdam en Vathorst in Amersfoort.

“De belangrijkste les voor toekomstige grootschalige wijkontwikkeling is dat beter moet worden nagedacht over de functie en samenstelling van de wijk op de lange termijn”, aldus Christian Lennartz, projectleider van het onderzoek. Daarom moet tijdens het ontwerp al ruimte worden gemaakt om de wijken in de toekomst te kunnen aanpassen.

Vinex-wijken te eenzijdige woonwijken

De Vinex-wijken ontwikkelen zich steeds meer tot eenzijdige woonwijken met vooral plaats voor gezinnen met een hoger inkomen. Ook groeien de wijken maar beperkt mee met de woonbehoeften van de huidige bewoners, bijvoorbeeld als kinderen uit huis willen gaan of bewoners ouder worden, aldus de onderzoekers van het PBL.

De afgelopen vijftien jaar zijn de wijken wel verder uitgebreid, maar daarbij ging het vooral om duurdere koophuizen voor gezinnen. Voor minder welgestelden of huishoudens zonder kinderen kwamen er geen of nauwelijks woningen bij.

“We zien dat woningeigenaren vaker doorschuiven naar een nog groter en duurder huis binnen dezelfde wijk. Starters en de groeiende groep ouderen maken vanwege de steeds eenzijdigere woningvoorraad daarentegen nauwelijks kans om in de wijk een gepaste woning te vinden.”

Visie op nieuwbouwwijken moet duidelijker

Uit deze ontwikkeling zijn een aantal belangrijke lessen te leren, concludeert het PBL. Ten eerste zou het verstandig zijn als beleidsmakers, projectontwikkelaars en woningcorporaties een duidelijkere visie formuleren op de functie van de nieuwbouwwijken op de lange termijn. Daarbij dient ook in kaart gebracht te worden hoe deze wijken zich verhouden tot andere woongebieden in de stadsregio.

Lennartz: “Er is tegenwoordig veel aandacht voor segregatie en uitsorteringsprocessen op stedelijke woningmarkten. Om te kunnen begrijpen in hoeverre grootschalige nieuwbouwwijken hier een rol in spelen, lijkt het ons zaak om goed te blijven kijken wie naar deze duurdere locaties verhuizen, vanuit welke stadsdelen de nieuwe bewoners komen en wie in armere wijken achterblijven.”

Bron: PBL

Foto: Canva